Een droomreis door West Afrika
Het reisverslag
HARAKA HARAKA HAKUNA (St.) Baraka Home
<< Hst 9   |   Hst 10 van de 27   |   Hst 11 >>  

BACK TO THE CHAPTER OVERVIEW

ENTIRELY BACK HOME

10. De Tellem en de Dogon

(Linda)
Na de Djenné ervaring hebben we een paar dagen gerelaxed in een paradijselijke omgeving, in Sevare (Macs Refuge). Daar hebben we ons nuttig gemaakt door nog wat klussen aan de auto en het schilderen van het logo op Baraka. De reden dat we zo actief konden zijn ondanks de zinderende hitte, is dat het zwembad ons verkoeling bracht! Wat een zegen!

De Dogon is een volk dat in een valei in het oosten van Mali woont (Falaise de Bandiagara), een vrij ontoegankelijk gebied door de 150 meter hoge rotswand die hen afscheidt van de rest van het land. Door deze natuurlijke bescherming en hun eigen actieve instelling om hun gebruiken in ere te houden, is hun cultuur minder beïnvloed door kolonialisatie dan vele anderen. Het bezoeken van deze mensen is dan ook zowel qua natuurschoon als qua cultuur zeer de moeite waard.

Het toerisme in deze omgeving is zodanig georganiseerd, dat het nemen van een gids een verplichting is. Hierdoor wordt gegarandeerd dat toeristen geen taboe's overschrijden. Voor ons betekende het dat wij een tweedaagse looptocht met Sedou maakten, die ons veel vertelde over de gebruiken en het verleden van de Dogon. Gelukkig had het de dag voor onze aankomst daar geregend, waardoor de hitte dragelijk was (we liepen van 7.00 tot 12.00 en dan pas weer om 16.30 om de ergste warmte te vermijden).

Bart en ik waren met name zeer onder de indruk van de woningen van de Tellem, een volk dat IN de stijle rotswanden woonde. Hun huizen zijn absoluut ontoegankelijk en het is een wonder hoe die mensen daar woonden: in grotten zo'n 100 meter boven de grond, die zonder ingewikkelde touwconstructies absoluut niet te betreden waren! Het is niet goed uit te leggen hoe het eruit ziet, zo onwerkelijk is het. Helaas hebben de Dogon, zelf op de vlucht voor de slavendrijvers uit de kust landen, de kleine Tellem een paar honderd jaar geleden verjaagd. De afstammelingen van de Tellem zijn de pygmeeën die nu nog in en rond Cameroon wonen.

Tegenwoordig worden de meest toegankelijke huizen van de Tellem door de Dogon gebruikt als begraafplaats, waardoor je hier en daar wat schedels ziet liggen. We kwamen ook langs een grot die in gebruik bleek te zijn als 'rustplaats' voor de mensen die mentaal in de war zijn, waar zij rust en eventueel natuurlijke remedies krijgen van een traditioneel geneesheer/vrouw.

Kenmerkend voor de Dogondorpen zijn onder andere het 'maison pour femmes en regles', een hut waar de vrouwen die menstrueren moeten slapen en eten gedurende een week. Ze mogen niet bij de familie verblijven of langs bepaalde wegen of religieuze plekken lopen in die periode. Het is een erbarmelijk kleine hut voor zoveel vrouwen tegelijk. Ze slapen er op plankjes en op de grond, het slapen op een matras is ook niet toegestaan.

Verder is er in iedere wijk van ieder dorp een 'Maison des Palabres', het huis van de wijzen, uiteraard alleen toegankelijk voor (oudere) mannen, die daar de problemen van het dorp oplossen. Het dak van dit huis is heel laag en dik, om veel schaduw te geven maar ook om te zorgen dat niemand zich opwindt (het idee is dat als iemand ongelijk heeft en boos wordt, hij opstaat en zijn hoofd zal stoten, als dit gebeurt heeft hij een regel overtreden en moet een kip of geit offeren om dit goed te maken met de voorouders).

In de Dogon hebben we op het dak van een herberg, onder de prachtige heldere sterrenhemel geslapen. Dat was heel bijzonder. In de Dogon hebben ze trouwens een gezegde dat lijkt op 'Haraka haraka hakuna Baraka', namelijk: 'Als je hard rent, vind je geen goede dingen'.


Verder naar Hst 11 >>

  Home
  HARAKA HARAKA HAKUNA (St.) Baraka